Ga naar website navigation Ga naar artikel navigatie Ga naar inhoud

Investeren van publieke middelen in private activiteiten

De beleidsregel investeren met publieke middelen in private activiteiten (hierna: de beleidsregel) is met ingang van 15 april 2021 in werking getreden en bevat voorwaarden waaronder bekostigde HO- en MBO-instellingen met publieke middelen mogen investeren in private activiteiten. Deze beleidsregel vervangt de volgende notities en handreikingen:

  • Thema 2 van de Notities Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneducatie en Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs (2004)

  • Handreiking voor de inrichting van onderwijskundige publiek-private arrangementen (2011).

Verantwoordingsjaar 2023 is het eerste jaar dat deze verantwoording in het bestuursverslag opgenomen dient te worden.

Uitgangspunt voor ROCMN is compliant zijn en blijven met de beleidsregel. De bestaande activiteiten die relevant zijn voor deze beleidsregel zijn:

    • Bekostigde bedrijfsklassen BBL (relevant om weglekeffecten bekostiging te voorkomen).

    • Publiek private samenwerking

    • Geïntegreerde trajecten, aanvullende subsidie op BOL-inschrijvingen

    • Leven Lang ontwikkelen:

      • Onbekostigde opleidingen bestaand aanbod

      • Onbekostigde opleidingen nieuw aanbod

    • Leerwerkbedrijven

Risicobeleid

De inrichting van de administratieve organisatie is adequaat om aan de gevraagde verantwoordingsvereisten te kunnen voldoen; ROC Midden Nederland zet daarvoor de volgende instrumenten in:

  • Integrale kostprijsberekening

  • Verantwoording voor- en nacalculatie door vastgestelde rekentarieven, calculatie-model en projectadministratie.

  • Aanvullende contractvoorwaarden gericht op weglek effecten bekostigd onderwijs

  • Procuratie register

  • ISO-certificering werkprocessen

  • Inzicht in omzetwaarden en kosten leerwerkbedrijven

Juridische en organisatorische inbedding

ROC Midden-Nederland heeft geen aparte juridische entiteit voor de private activiteiten. Voor de activiteiten gericht op werkgevers zijn afdelingen toegevoegd aan de colleges onder de naam MBO voor Professionals (MVP).

Voor de leesbaarheid wordt onderstaande rubricering voor activiteiten gehanteerd.

  • A) Private activiteiten: alle activiteiten die mede onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag van een bekostigde onderwijsinstelling worden uitgevoerd, voor zover deze activiteiten op meer zijn gericht dan alleen de uitvoering van de bekostigde wettelijke taak.

  • B) Niet-bekostigd onderwijs verzorgd door een bekostigde onderwijsinstelling is een private activiteit, met uitzondering van het onderwijs waarvoor op grond van artikel 7.46 van de WHW het instellingscollegegeld wordt berekend en het overdragen van kennis ten behoeve van de maatschappij. Ook wanneer een deelnemer aan bekostigd onderwijs daarnaast (extra) niet-bekostigd onderwijs afneemt, bijvoorbeeld op verzoek van een werkgever, is er voor wat betreft dat extra niet-bekostigde onderwijs sprake van een private activiteit.

  • C) Het ontwikkelen van activiteiten en voorzieningen ten behoeve van beroepspraktijkvorming (BPV), moet worden aangemerkt als private activiteiten, wanneer uit die activiteiten ook economische voordelen voor derden kunnen voortvloeien. Voorbeelden hiervan zijn de reparatiewerkplaats, de kapsalon en de horecavoorziening waar ook anderen dan de docent of student binnen het kader van de bekostigde opleiding gebruik van kunnen maken.

  • D) Private activiteiten hoeven niet altijd direct op het onderwijs betrekking te hebben. Ook onderzoeken in opdracht of op verzoek van derden kunnen worden aangemerkt als private activiteiten.

  • E) Voorzieningen voor medewerkers en onderwijsdeelnemers, zoals huisvesting / logies; reisbureau; boekwinkel; horeca/catering; kopieer/printvoorziening. Daarbij kan het ook gaan om het ter beschikking stellen van ruimte voor een onderneming van een derde die de betreffende voorziening tegen een vergoeding mag exploiteren;

  • F) Dienstverlening aan derden door de bekostigde instelling, zoals detachering, verhuur, laboratoriumdiensten, financiële diensten, ICT-diensten, reisbureau, HRM-diensten;

  • G) Arbeidsbemiddeling, ondersteuning van startups (o.a. middels zogenoemde incubators4), kennis-exploitatie, valorisatie, niet als onderdeel van de bekostigde wettelijke taken,5 maar in het verlengde daarvan, bij voorbeeld voor oud-studenten die hun bekostigde opleiding al hebben afgerond en/of oud-medewerkers, en waarbij veelal de betreffende oud-student of oud-medewerker dan wel een andere specifieke derde een economisch voordeel verkrijgt.

In onderstaande tabel de bestaande activiteiten naar aard en omvang die onder de beleidsregel vallen.

Toelichting bij de rubrieken

A1 MBO voor professionals (bekostigd BBL)

Aan bedrijven wordt de mogelijkheid geboden een opleidingsaanbod te doen aan eigen medewerkers, dit kan op twee manieren:

  • Bedrijven hebben de mogelijkheid om medewerkers individueel in te schrijven. In de regel worden deze medewerkers dan geplaatst in reguliere BBL groepen van ROC MN (als student naast jongeren die instromen vanuit het VO).

  • Aanvullend wordt aan bedrijven de mogelijkheid geboden eigen BBL groepen af te nemen. Voordeel voor de bedrijven is dat groepen homogeen zijn samengesteld (eigen medewerkers) en dat de startdata flexibel zijn.

In beide opties gaat het om bekostigd BBL onderwijs en vindt er onderwijskundig op geen enkele wijze maatwerk plaats.

In geval van optie 2 eist ROC Midden-Nederland dat bedrijven akkoord gaan met een penalty clausule in de contracten die voorziet in een lege stoelen vergoeding (derving inputvergoeding) en/of compensatie voor voortijdige uitstroom (derving output vergoeding). Deze constructie dient ter voorkoming van zogeheten weglekeffecten. Immers bedrijven zouden een oneigenlijk kostenvoordeel hebben als zij met te kleine groepen zonder meerprijs gebruik maken van publiek gefinancierde faciliteiten (oneigenlijk concurrentie voordeel strijdig met mededingingswet). Om dit te ondervangen wordt bij offerte een voorcalculatie gemaakt op basis van integrale kostprijs en getoetst op kostendekkende uitvoering van onderwijstraject inclusief 2,5% rendement voorcalculatie. De goedgekeurde calculaties en offertes worden vastgelegd in CRM systeem.

Het onder bekostigd BBL verantwoord bedrag van € 652K ziet toe op hetgeen gefactureerd is aan bedrijven die via MBO voor professionals deelnemen aan bekostigde trajecten en heeft betrekking op o.a. Intake/examens/leermiddelen/aanvullende cursussen en vergoedingen voor ondertalligheid (penalties). Genoemd bedrag is exclusief Wettelijk Verplicht Cursusgeld. In 2023 is € 58K aan vergoedingen voor ondertalligheid gefactureerd aan bedrijven als compensatie voor lege stoelen (weglekeffecten bekostiging).

Meerwaarde

Bedrijven wordt de mogelijkheid geboden een opleidingsaanbod te doen aan eigen medewerkers, dit past binnen de doelstellingen van Leven Lang Ontwikkelen en de maatschappelijke doelstelling van ROC Midden-Nederland.

A2 GT-trajecten

Het project Geïntegreerde Trajecten (GT) voorziet in inschrijving BOL studenten (bekostigd) welke via de gemeentelijke sociale diensten en/of re-integratie bedrijven worden aangemeld.  De gemeenten betalen een aanvullende vergoeding voor extra begeleiding voor deze studenten. In 2023 bedroeg dit 461k. De vergoeding van gemeenten wordt onder aftrek van de kosten van de projectleider via interne verrekening vergoedt aan de colleges.

Meerwaarde

De extra begeleiding biedt anderstaligen de kans om binnen het reguliere BOL-programma succesvol een startkwalificatie te halen. Dit past volledig in de maatschappelijke doelstelling van ROC Midden-Nederland.

A3 Make center

Betreft een combinatie van bekostigd BBL via ROC Midden-Nederland met aanvullend een praktijklesdag betaald door de werkgever van de student. De geldstroom voor de praktijklesdag verloopt via het Opleidingsbedrijf voor de Metaal (OBM). ROC Midden-Nederland doet alleen regulier ingeschreven BBL. Voor de toekomst is de doelstelling ook onbekostigde trajecten aan te bieden betaald door werkgevers in de metaal branche. Voor zover OBM gebruik maakt van docenten en instructeurs van ROC Midden-Nederland worden deze doorbelast volgens vastgestelde docenttarieven (CAO MBO).

Meerwaarde

De extra begeleiding voor studenten wordt ingekocht door werkgevers bij OBM. De samenwerking geeft invulling aan doelstelling ROC Midden-Nederland om samenwerking met regionale branches vorm te geven.

B) Leven Lang Ontwikkelen (LLO)

Voor het bekostigd onderwijs wordt ingezet op flexibilisering van het onderwijs. Onderdeel van dit programma is het modulair maken van opleidingen. Deze modules worden ook via onbekostigde open inschrijving aangeboden aan bedrijven en individuele studenten. Bedrijven zien dit als relevante toevoeging om eigen medewerkers gericht op de specifieke behoefte te kunnen opleiden. Individuele studenten schrijven zich hiervoor in, al dan niet met gebruikmaking van een persoonlijk opleidingsbudget van de werkgever. In 2022 is gestart met het aanbieden van deze opleidingen. In 2023 is het door de overheid geïntroduceerde Stap budget weer gestopt.

Meerwaarde

LLO-programma is maatwerk voor bedrijven en studenten gericht op stimuleren en onderhouden professionele competenties.

C) Leerwerkbedrijven

ROC Midden-Nederland heeft twee leerbedrijven, een kapsalon en een restaurant. Voor beide leerbedrijven geldt het volgende:

• Betreft praktijksimulatie voor vakgerichte delen van bekostigde opleiding.
• Studenten krijgen de mogelijkheid onder begeleiding van docenten praktijkervaring op te doen.
• Geen sprake van structurele overcapaciteit. Begeleiding door docenten past binnen wettelijke taak.
• Investering is beperkt.
• Omvang en locatie zijn niet concurrerend.
• Prijzen zijn kostendekkend, omvang is gering (omzet totaal <€ 200K).
• Resultaten worden toegevoegd aan het publiek eigen vermogen ROC Midden-Nederland, er is geen afgezonderd vermogen.

Meerwaarde

Leerwerkbedrijven dragen bij aan het adequaat en praktijkgericht opleiden van studenten en liggen daarmee in het verlengde van de wettelijke taak.

D) Onderzoeken voor derden

Activiteit niet van toepassing bij ROC Midden-Nederland.

E) Voorzieningen voor medewerkers en studenten

Op de locaties van ROC Midden-Nederland worden voorzieningen aangeboden in de vorm van catering voor studenten en medewerkers, deze zijn niet open voor derden waarmee dit niet kwalificeert als private activiteit. De catering wordt uitgevoerd door een externe partij, medewerkers en studenten betalen zelf voor de consumpties. De ruimtes voor de cateraar worden om niet ter beschikking gesteld.

F1 Verhuur ruimtes

In het verslagjaar 2023 zijn de opbrengsten uit verhuur € 300K. Daarvan heeft € 200K betrekking op verhuur aan vaste huurders. De overige € 100K heeft betrekking op incidentele verhuur aan derden. Het verhuren van onroerend goed is geen doel op zich.

Meerwaarde

Deze verhuuropbrengsten zijn nevenopbrengsten gericht op optimalisatie van het m2 gebruik en een beperking van kosten voor onderwijs.

F2 Detachering personeel

In het verslagjaar zijn de opbrengsten uit detachering € 721K. Het betreft detacheringen van medewerkers gericht op onderwijsactiviteiten en invulling van samenwerkingen gericht op arbeidsmarkt (UWV).

Meerwaarde

Deze detacheringen passen binnen het beleid om bekostigd onderwijs te bevorderen.

G) Arbeidsbemiddeling

Activiteit niet van toepassing bij ROC Midden-Nederland.