9.5 Voorziening duurzame inzetbaarheid
De 'regeling duurzame inzetbaarheid' is bedoeld om werknemers in de gelegenheid te stellen afspraken te maken die hen helpen om ook op langere termijn het werk goed, gezond en met plezier te blijven doen en om werk en privé goed te combineren. Eigen verantwoordelijkheid en keuze van de werknemer staan daarbij voorop. In het onderhandelaarsakkoord CAO MBO 2022-2023 is opgenomen dat per 1 juli 2022 een aanvullende keuzemogelijkheid in werking is getreden voor werknemers vanaf 62 jaar, die geen gebruik maken van de bestaande seniorenregeling. De regeling duurzame inzetbaarheid biedt medewerkers van 62 jaar en ouder de mogelijkheid om verlof te sparen. In de 'regeling jaarverslag onderwijs' is aangegeven dat voor deze gespaarde uren ouderenverlof een voorziening op de balans moet worden ingericht. De kwantitatieve impact daarvan is circa € 0,4 miljoen.
In de berekening van de voorziening is daarom een schatting gemaakt van de toekomstige deelname van potentiële deelnemers die (in de komende vijf jaren) voldoen aan de voorwaarden. De berekeningswijze is vergelijkbaar met de reeds bestaande seniorenregeling voor medewerkers vanaf 57 jaar (waarbij opbouw vanaf 52 jaar plaatsvindt).
In 2023 zijn enkele uitgangspunten en schattingselementen opgenomen die relevant zijn voor de berekeningsmodellen.
Uitgangspunten
-
Pensioen leeftijd
-
Percentage sociale lasten, werkgegeversbijdragen en pensioenen
-
Opbouw voorziening seniorenverlof
Schattingselementen
-
Deelnamepercentage
-
Gemiddelde uitstroompercentage c.q. gemiddelde duur deelname regeling
De basis voor het vaststellen van de hoogte van deze voorziening is het aantal uur dat medewerkers van 62 jaar en ouder op basis van een plan hebben gespaard. Deze verplichting is contant gemaakt tegen een disconteringvoet van 2,0%.